Laerdal little baby luchtwegen
De Laerdal Little Baby is een geavanceerde reanimatiepop die speciaal is ontworpen om hulpverleners te helpen bij het trainen en verbeteren van hun reanimatietechnieken bij pasgeboren baby’s. Een belangrijk aspect van deze training is het correct aanleggen en beheersen van de luchtwegen, en daarom is de
Laerdal Little Baby QCPR uitgerust met unieke Laerdal little baby luchtwegen die zijn ontworpen om een realistische anatomie en weerstand te simuleren.
Specificaties
- Geschikt voor de Laerdal Little Baby QCPR
- Laerdal little baby luchtwegen
- Keuze uit 24 stuks of 240 stuks
Gebruiksfrequentie van de luchtwegen
De Laerdal Little Baby luchtwegen zijn ontworpen om langdurig en herhaaldelijk gebruik te weerstaan bij de training van hulpverleners. De exacte levensduur van de luchtwegen hangt echter af van verschillende factoren, zoals de frequentie en intensiteit van het gebruik, het juiste onderhoud en de opslag van de pop.
Reinigen
Het is belangrijk om de luchtwegen na elk gebruik grondig te reinigen volgens de instructies van de fabrikant om mogelijke infecties of kruisbesmetting te voorkomen. De Laerdal Little Baby luchtwegen moeten ook regelmatig worden gecontroleerd op tekenen van slijtage, zoals scheurtjes, breuken of verkleuring.
Gebruik Little baby luchtwegen
Het gebruik van de Laerdal Little Baby luchtwegen is een belangrijk onderdeel van de training van hulpverleners om de ademhaling van pasgeboren baby’s te ondersteunen. Hier zijn de stappen om de luchtwegen van de pop te gebruiken:
- Plaats de little baby in de juiste positie: Leg de pop op een plat oppervlak op de rug met het hoofdje iets achterover gekanteld. Zorg ervoor dat de nek van de pop in een neutrale positie ligt.
- Open de mond en til de kin op: Open de mond van de pop door zachtjes op de kin te drukken en til de kin omhoog om de luchtwegen te openen.
- Plaats de luchtweg in de mond: Pak de luchtweg vast bij de basis en plaats deze in de mond van de pop. Schuif de luchtweg naar binnen totdat deze zich net achter de tongbasis bevindt.
- Beadem de pop: Sluit de lippen van de pop om de luchtweg en blaas lucht in de longen van de pop. Zorg ervoor dat de borstkas van de pop omhoog komt en weer omlaag gaat met elke beademing.
- Controleer de luchtstroom: Controleer of er lucht uit de mond van de pop ontsnapt tijdens het beademen. Dit kan erop wijzen dat de luchtweg niet goed is geplaatst of dat er een obstructie is.
- Herhaal de stappen indien nodig: Als de luchtweg niet goed zit of als de beademing niet correct wordt uitgevoerd, herhaal dan de stappen om de luchtweg opnieuw te plaatsen en probeer het opnieuw.
Er zijn nog geen beoordelingen.